Soufflés kunnen in de oven worden gebakken en dan direct worden opgediend, of ongebakken worden gekoeld; ze kunnen zoet of hartig zijn. Wat alle soufflés gemeen hebben is een lichte, luchtige textuur door het gebruik van geklopt eiwit.

Bereidingstijd: 60 minuten

Ingrediënten soufflé

  • Margarine
  • Vloeibare olie
  • 25 g bloem
  • 2,5 dl melk
  • Kruiden, specerijen, citroen of sinaasappelschil, chocolade, geraspte kaas of ham
  • 4 eieren
  • Zout

Materialen

  • Pan
  • Oven
  • Souffléschaal

Bereiden soufflé

Smelt 25 g margarine op laag vuur en voeg 25 g bloem toe. Roer tot een glad geheel en laat ca. 1 minuut zachtjes garen. Schenk er al roerend 2,5 dl melk bij. Blijf roeren tot een gladde saus is verkregen en laat deze enkele minuten doorkoken.

Haal de pan van het vuur. Meng de vulling door de dikke saus: kruiden, specerijen, citroen of sinaasappelschil, chocolade, geraspte kaas of ham.

Scheid 4 eieren. Neem de pan van het fornuis. Meng de dooiers één voor één door de saus. Klop de eiwitten met een mespunt zout in een vetvrije kom stijf. Meng enkele lepels eiwit met de gebonden saus en spatel dan pas saus en eiwitten door elkaar.

Vet een souffléschaal (1 liter) in met vloeibare olie en laat het mengsel hierin glijden. Ga met een schone spatel langs de rand van de soufflé, dan rijst hij beter. Bak de soufflé in een voorverwarmde oven van 200 graden Celsius in ca. 30 minuten gaar.

Soufflé is heel gevoelig voor inzake door kou of tocht. Open daarom nooit de oven tussendoor, serveer de soufflé direct uit de oven en mijd grote temperatuurverschillen.